Is het góede doen ook het béste om te doen?

Plato vroeg zich af “Is iets goed omdat de goden het willen?” of “Willen de goden iets omdat het goed is?” Het werd bekend als het Euthyphro dilemma. Tijdens mijn dagelijkse ommetje boog ik mij over mijn eigen Euthyphro dilemma: is het sluiten van een Preventie- of Sportakkoord ‘het goede’ omdat de (lokale) overheid het wil? Of wil de overheid dit omdat het ‘het goede’ is? In een monoloog met mijzelf mijmerde ik hierover door.

Aanleiding voor een Preventie- en een Sportakkoord is de veranderde leefstijl van de gemiddelde Nederlander: veel zitten, weinig bewegen en afnemende motorische vaardigheden. Het overgewicht neemt toe en de cijfers over roken en alcoholgebruik zijn verre van geruststellend. Inherent aan deze cijfers en trends is de stijging van welvaartsziekten. Tel daarbij nog de vergrijzing op en dan begrijp je waarom de zorgkosten stijgen. Menig arts, onderzoeker, beleidsmedewerker, verpleegkundige en vakleerkracht bewegingsonderwijs krabt zich achter de oren bij deze zorgwekkende cijfers: “Hoe keren wij deze trend en wat is de juiste weg?"

Landelijk beleid

En daar kwam de beleidsmatige oplossing voorbij: een Nationaal Sportakkoord, snel opgevolgd door een landelijk Preventieakkoord. Een gezamenlijk antwoord van de rijksoverheid, sportbonden, grote bedrijven en vakbonden. Elke stad of regio kan het format vertalen naar een eigen variant, in samenwerking met de lokale partijen. Denk aan de gemeente, sportverenigingen, zorg- en welzijnsinstellingen, GGD, onderwijs, bedrijfsleven, sport- en buurtcoaches, wijkteam, huisartsen, fysiotherapeuten, kinderopvang, sportscholen, diëtisten en psychologen.

Waarom met deze partijen?

Een brede coalitie van partijen die zich allemaal verbinden aan een akkoord, om een positieve invloed uit te oefenen op de gezondheid van de inwoners in hun dorp of stad. Omdat ze de verantwoordelijk voelen om bij te dragen aan het bevorderen van een gezonde levensstijl van de bevolking. Omdat ze ‘het goede’ willen doen.
En ik vraag me af: wie bepaalt wat ‘het goede’ is? Is het niet een beetje betuttelend, om als organisaties voor inwoners te bepalen wat goed voor hen is? Waarom staan de inwoners eigenlijk niet zelf aan de tekentafel?

Verleidelijk

Het gaat vaak vanzelf. Je constateert een probleem. Je gaat nadenken hoe je het oplost, je delegeert het naar organisaties die daar verantwoordelijkheid voor voelen of belang bij hebben. Er komt een oplossing uit. Je gaat vervolgens de doelgroep ervan overtuigen dat die oplossing goed is voor hun welzijn. Sommige mensen zijn welwillend en doen mee. Aan de groep mensen die je niet bereikt met je boodschap moet je harder trekken, beter je best doen, nog duidelijker uitleggen dat jij het goede met hen voor hebt.
Vreemd is dat. Als je persoonlijk ongevraagde adviezen krijgt, denk je meestal ‘dank je maar, dat maak ik toevallig zelf wel uit’. Waarom denken we als beleidsmakers en beroepskrachten dan toch zo vaak te weten wat goed is voor een ander?

Eigen wijsheid

De regenachtige middag gaat over in de avond. Ik ben inmiddels thuis en geniet van mijn gezin al wetende dat ik het dilemma niet heb opgelost. Ik ben niet slimmer dan Plato. Ik denk wel dat ik al wandelend mijn eigen wijsheid heb opgedaan. En dat is dat de oplossingen die je samen met de mensen die het betreft bedenkt, misschien niet altijd de allerbéste oplossingen zijn, maar wel de góede!

Wil je meer weten over visie en werkwijze om inwoners te betrekken bij een sport- en preventieakkoord?
Sparren over je aanpak? Daag ons uit.

Auteur: Timo Riphagen

  • Leestijd 2 minuten
  • Publicatiedatum 12-01-2021
  • Thema Leefbaarheid
  • Type Blog
  • Auteur(s)